Een gesprek met filmmaker Kim Longinotto over de inhoudelijke en stilistische keuzes in haar oeuvre, waarin vrouwen en kinderen vechten om hun leven in eigen handen te krijgen.
Wat zouden we uw thema kunnen noemen?
"De grote gemene
deler is dat de vrouwen en kinderen in mijn films allemaal outsiders
zijn die in eerste instantie de zwakkere partij lijken, maar sterker
worden in de loop der tijd. Ze breken de regels."
Waarom maakt u geen gebruik van interviews?
"Ik film zonder
script en zonder interviews. Het is vooral wachten tot er wat
gebeurt. Ik wil niet dat mensen mij aan de hand van vragen iets uit
gaan leggen. Mensen vertellen je namelijk veel meer als je ze slechts
volgt. Zo krijg je het effect van een fictiefilm, dat je in het
verhaal wordt getrokken. Soms heb ik mazzel en gebeurt er iets
wanneer ik iemand voor het eerst ontmoet. Ik ga dan ook gelijk filmen
in plaats van voorgesprekken houden. Anders zou je achter iets komen
en dan moeten ze het nog een keer vertellen, maar dan met de camera,
en dat is eigenlijk vooral saai."
Vergeet men na
een tijdje die camera?
"Het
hangt ervan af. De mensen zijn zich over het algemeen wel degelijk
bewust van ons en de camera. Ze kijken er ook regelmatig in, spreken
er soms tegen en moedigen ons aan om bepaalde gebeurtenissen te
filmen. Soms vergeten ze ons, maar het is niet zo dat we onzichtbaar
zijn. Ik ben ook niet die fly
on the wall. Dat
suggereert dat je verstopt bent, geen deel uitmaakt van het geheel –
en dat is bij mij juist niet het geval."
U heeft nooit
commentaar en gebruikt geen voice-over, waarom niet?
"Vaak breekt een voice-over het verhaal waar je net
in zit. Een voice-over maakt dingen een absolute waarheid. En ik wil
juist niemand vertellen hoe ze over iemand moeten denken. De film
moet behoren aan de mensen in mijn film, niet aan hoe ik erover denk."
Hoe denkt u
over het ensceneren van gebeurtenissen?
"Dat zou ik nooit,
nooit doen! Ik zou me zo beschaamd voelen! Misschien zie je dat in
het uiteindelijke resultaat amper, maar er is een subtiel verschil
als de maker al weet wat personages gaan zeggen. In vind dat de
balans tussen filmmaker en de mensen in de film scheeftrekt als je
mensen vraagt dingen voor je te doen. Als mensen doen wat ik, na lang
wachten, gehoopt had dat ze zouden doen, dan is het veel echter. Dan
blijven ze dicht bij zichzelf."
U maakt soms
dramatische gebeurtenissen mee. Grijpt u wel eens in?
"Het
is me één keer overkomen dat ik moeite had om niet in te grijpen. Dat
was bij The Day I Will Never Forget,
bij een besnijdenis. Er was mij door de vrouwelijke dokter van
tevoren gezegd dat ik geen stampei mocht maken als ik meeging. Zij
werkte daar vijf jaar en had het vertrouwen van de gemeenschap
gewonnen. En ze vertelde ook dat als wij er niet bij waren, dat de
besnijdenis extremer zou zijn – en dat het kind dus ‘geluk’ had.
Toen het meisje vastgehouden werd en tegenstribbelde was het zo
moeilijk om haar niet te redden. Mijn god! Toen we de volgende
ochtend teruggingen, waren de meisjes blij dat ze besneden waren. Ze
hoorden erbij. Dat is de enige manier voor jonge vrouwen om in die
gemeenschap te mogen blijven. En dat was dan ook wel weer een
geruststelling om te zien. Maar ik voelde me echt een vreselijk
monster dat ik op dat moment niets deed."
Waar let u op
bij het monteren van uw films?
"Ik werk altijd
samen met een goede editor die ervoor zorgt dat er gesneden wordt
naar het ritme van de film. Dat de gemonteerde versie oogt zoals ik
het gefilmd heb. Ik wil dat je als kijker op de plaats staat waar ik
stond. Zo kan een scène zomaar bestaan uit slechts twee lange shots.
Ik hou niet van stukken wegsnijden. Je ziet vaak in
documentaires dat er tijdens een scène opeens het beeld van iemands
hand of een schilderij aan de muur tussen wordt gezet. Daar heb ik
zo’n hekel aan. In het echte leven kijk je tussendoor toch ook niet
opeens naar iemands hand? Ja, als iemand opeens bloed op zijn hand
heeft, haha! En je moet kijkers ook niet onderschatten. De meeste
mensen zien echt wel of iets gesneden is omdat je bijvoorbeeld te
weinig of slecht materiaal hebt."
Hoe is het om tegelijkertijd te filmen en te regisseren?
"Bijna al mijn
films zijn erg intiem, dus wil ik het liefst zo min mogelijk mensen
in mijn crew; alleen met een geluidsvrouw, soms met een vertaalster.
Hoe meer mensen je hebt staan, hoe moeilijker het is om een veilige
sfeer te creëren, hoe moeilijker mensen zichzelf kunnen zijn.
Bovendien ben ik zelf ook vrij. Ik hoef geen aanwijzingen te geven."
Wanneer geniet u het meest het van het proces?
"Ik lig vaak
wakker tijdens de opnameperiode. Dan vraag ik me af of de film wel
goed wordt. Ik ben altijd bang dat ik met lege handen thuiskom. Je
weet nooit of je aan het eind iets hebt. Ik hou minder van de
opnameperiode en ben juist dol op monteren. Dan weet ik al dat ik
mooie dingen in handen heb waar ik een film mee kan maken. ’t Is
zoals het schrijven van een roman – zo stel ik me dat althans voor.
Een verhaal dat zomaar ontstaat. Die tien weken van montage zijn echt de gelukkigste tijd van mijn leven."