De twaalfjarige Lutwi woont al vier jaar in Dortmund en voelt zich daar helemaal thuis. Hij voetbalt graag, doet zijn best op school en heeft meerdere vrienden in de wijk. Toch mag hij zichzelf nog geen Duitser noemen. Zijn familie is gevlucht uit Kosovo en er is een grote kans dat ze worden teruggestuurd. Het enige dat hen in Duitsland lijkt te houden is de slechte toestand van Lutwi’s moeder, die getraumatiseerd is door de oorlog. In dit liefdevolle portret wordt Lutwi overal op de voet gevolgd, op straat waar hij uitbundig speelt en thuis waar hij een veel serieuzere rol op zich neemt. Omdat zijn ouders gebrekkig Duits spreken, vertaalt Lutwi de brieven van de overheid en de gesprekken met de advocaat over de dreigende uitzetting. Intussen probeert hij op zijn eigen manier om te gaan met de onzekere toekomst die hem en zijn familie boven het hoofd hangt.