
The Island
Midden in de Seto-zee ligt een eilandje met een lengte van vijfhonderd meter, waarop een man, een vrouw en twee kinderen wonen. Zonder dialogen schetst de filmmaker hun strijd met de natuur, want water is er een schaars goed. De oogst van graan en zoete aardappelen wil nog wel eens mislukken, omdat de grond is uitgedroogd door de brandende zon. Het grootste deel van de arbeid bestaat eruit water bij het dichtstbijzijnde eiland te halen. De dag dat een van de zonen een grote zeebrasem vangt is een gelukkige. De familie verkoopt de vis in een grote stad en kan vervolgens levensmiddelen inslaan. Maar enige tijd later voltrekt zich een tragedie. De oudste zoon raakt bevangen door koorts, dezelfde avond sterft hij. De moeder verkeert aan de rand van de waanzin, en begint dorre planten uit de grond te rukken. De volgende dag moet er echter gewoon weer water worden gehaald.