Op het Ierse eiland Achill leven voornamelijk schapen. De tiener Cian woont er ook. Zijn opa Martin is schapenboer en heeft het op zich genomen Cian tijdens de zomervakantie alle kneepjes van het vak bij te brengen. De jongen helpt zijn opa graag, maar het is bijna een fulltime job. En Cian houdt ook van voetballen, zwemmen en een beetje rondhangen met zijn vrienden. Elke dag vroeg opstaan is niet gemakkelijk.
Rustig observerend, met aandacht voor de indrukwekkende natuur, laat Ramboy zien hoe de band tussen grootvader en kleinzoon zich ontwikkelt. Martin is streng, maar Cian begrijpt dat wel; de vorige generaties moesten veel meer in het gareel lopen. In zijn dwingende aanwijzingen over het afzagen van ramshorens, het schoonmaken van de stallen en het aansturen van de schapenhonden klinkt voor de goede verstaander trots én tederheid door. Ondertussen denkt Cian na over zijn toekomst, met of zonder schapen.