
Self-Portrait Along the Borderline
Haar achternaam wordt zo zelden correct uitgesproken, dat ze zich elke keer dat dat wel gebeurde, herinnert. Anna Dziapshipa is de dochter van een Georgische moeder en een Abchazische vader. Een kind van twee landen, met een naam die nergens thuis is.
Het hart van deze autobiografische essayfilm wordt gevormd door de zoektocht naar een huis dat de familie van Dziapshipa 23 jaar geleden verliet. Dat huis staat in Abchazië, een aan de Zwarte Zee grenzend gebied dat zich in 1994 onafhankelijk verklaarde maar door een groot deel van de wereld niet als natie wordt erkend. Georgiërs is het verboden er naartoe te reizen. Het huis staat symbool voor de ontheemding, voor de breuklijn die loopt door Dziapshipa’s identiteit. En het openen van de deur van dat huis betekent ook het openen van een lang ontoegankelijk gebleven verleden.
De film ontstijgt het persoonlijke via een gelaagde montage van archiefbeelden die reflecteert op een nationale identiteit, getekend en gespleten door oorlog. Een terugkerend beeld van een spin in haar web onderstreept de verwevenheid van het politieke en persoonlijke, het individuele en collectieve.
Stills












