Al zijn ze piepjong, het Thaise kickboksen ofwel het Muay Thai zit hen in het bloed, aldus één van de pupillen die Oom Sak in zijn boksschool annex opvanghuis onder zijn hoede heeft. Zijn ze wel eens bang? Ja, soms, maar als je moet vechten heb je geen tijd voor angst. Bovendien, wat had er op het Thaise platteland van ze terecht moeten komen zonder Muay Thai? Dan hadden ze op hun best kunnen helpen bij het rubbertappen. Nu sturen ze met wat geluk nog geld naar huis en dromen ze dat ze mogen strijden om het kampioenschap in het grote Lumpinee stadion in Bangkok. Beweeglijke, uit de hand geschoten beelden geven een impressie van het dagelijks leven van de boksertjes, hun trainingen, hun kameraadschap, de felle gevechten en de klappen die ze moeten incasseren. In vertellen de jongens (en een meisje) over zichzelf. De meesten van hen beschouwen Oom Sak als een tweede vader. Ze vinden het niet erg dat de regels streng zijn, al noemt iemand de boksschool een gevangenis. Een ander zou liever voetballen, maar is door zijn ouders bij het opvanghuis afgeleverd. Groot is de consternatie als de favoriete bokser van Oom Sak de benen neemt. De vader van de wegloper heeft nu spijt dat hij altijd zo hard voor zijn zoon is geweest.