Tsjempieon nomer adjien

In 1985 werd een groep van 19 criminelen gearresteerd in Alma-Ata. Ze hadden 82 misdaden begaan in 32 jaar tijd, maar hun slachtoffers hadden nooit aangifte gedaan. Die leefden namelijk van zwart geld. De criminelen pleegden fraude door politie-uniformen en -wagens te gebruiken. Hun leider was Vjatsjeslav Tsjivanin, die al drie keer eerder was veroordeeld. Hij weigerde een advocaat en verdedigde zichzelf voor de rechtbank. Daar veranderde hij van verdachte in aanklager van het sociale bestel. Hij kreeg een gevangenisstraf van tien jaar. In de gevangenis lukte het de enorm energieke Tsjivanin om het eerste samenwerkingsverband achter tralies op poten te zetten. Als concreet gevolg hiervan kregen de gevangenen beter voedsel en ontvingen zij zelfs een hoger salaris dan hun bewaarders. Ook de discipline verbeterde en vele gevangenen stelden zich ter beschikking van het samenwerkingsverband. Echter, de groep werd opgeheven en Tsjivanin werd na drie jaar vrijgelaten. Tsjivanin deed ook aan sport in de gevangenis. Na zijn vrijlating werd hij tweemaal armworstel-kampioen van de Sovjetunie. Hij is een duidelijke vertegenwoordiger van de groep zakenmensen die zich momenteel willen verrijken in het GOS en daar de economische touwtjes in handen hebben. Mensen met een vlotte babbel, die in staat zijn om anderen te doen geloven in dingen waarin ze voordien niet geloofden. Maar voor de bourgeoisie van de GOS-staten heeft Tsjivanin geen hogere status dan die van een kunstenmaker, en dat is erg laag in de maatschappelijke hiërarchie.