Een chirurg en zijn assistent rijden een bed met daarop een pandabeer de operatiekamer van een groot Zweeds ziekenhuis binnen. Het beestje is niet van vlees en bloed, maar een mechanisch stuk speelgoed. Uiterst geconcentreerd begint de chirurg aan de operatie. Voorzichtig en met grote precisie verwijdert hij laag na laag het vrolijke stoffen omhulsel en vervolgens ook de zachte vulling. Terwijl de chirurg op zoek is naar de plastic kern met de operationele ingewanden, blijft de panda driftig weerstand bieden tegen zijn deconstructie. De geluiden die hij uitstoot klinken eerder dierlijk dan machinaal, wat deze absurde tussen levend wezen en machine alleen maar versterkt. De kalme, bloedserieuze observerende stijl nodigt de kijker uit stil te staan bij een aantal hedendaagse culturele vraagstukken. Wat is nog het verschil tussen de mens en de technologie die hij ontwerpt? In hoeverre verandert ons vleselijke lichaam in een technologisch lichaam? En als we in de toekomst allemaal een technologisch lichaam hebben, wordt dat dan op dezelfde wijze geopereerd als dat van deze zielig grommende pandabeer? Het zijn deze vragen die kunstenares Tove Kjellmark ook in haar andere werk opwerpt.