Louis Malle (1932) startte op verzoek van zijn ouders een studie politicologie in Parijs, maar hij stapte al gauw over naar het Institut des Hautes Etudes Cinématographiques. Hij werd assistent van de oceanograaf Jaques Cousteau en werkte later samen met Robert Bresson. Sinds 1958 regisseerde Malle een groot aantal speelfilms in Europa en Amerika. In 1968 kreeg hij daar echter tijdelijk genoeg van. Hij verbrandde alle schepen achter zich, en ging op uitnodiging als cultureel attaché naar India. Zo gauw hij toestemming had van de Indiase autoriteiten begon hij het leven in India te filmen. Zes maanden lang reisde hij door India, toen keerde hij terug naar Parijs, waar hij anderhalf jaar aan de montage van het materiaal besteedde. Dit resulteerde in twee films: CALCUTTA en PHANTOM INDIA. De laatste is een zes uur durende film die bestaat uit zes delen: THE IMPOSSIBLE CAMERA, THINGS SEEN IN MADRAS, THE INDIANS AND THE SACRED, DREAM AND REALITY, A LOOK AT THE CASTES en ON THE FRINGES OF INDIAN SOCIETY. Op het festival worden CALCUTTA en de eerste drie delen van PHANTOM INDIA vertoond.