Stop de veroordeling van Jung Yoon-suk

De ICFR roept de internationale filmgemeenschap op om zich uit te spreken ter ondersteuning van Jung Yoon-suk, en dringt er bij de Zuid-Koreaanse autoriteiten op aan om alle aanklachten tegen hem per direct en onvoorwaardelijk in te trekken. Omdat hij in januari dit jaar probeerde de politieke rellen in Seoel vast te leggen, dreigt hij veroordeeld te worden tot één jaar cel – zonder de mogelijkheid om de straf om te zetten in een geldboete.

Jung Yoon-suk is een documentairemaker die de afgelopen twintig jaar de politieke onrust en de publieke rouw in zijn land heeft gedocumenteerd. Zijn films behandelen waargebeurde thema’s zoals de Sewol veerramp in 2014 en de dodelijke mensenmassa in Itaewon op Halloween in 2022. Zijn film Non-Fiction Diary uit 2014, over de overgang van Zuid-Korea in de late jaren ’80 van een militair geleide samenleving naar een democratie, kreeg wereldwijd veel lof, waaronder de Netpac Award op de Berlinale van dat jaar. Van 2013 tot 2017 stond Jung Yoon-suk op de zwarte lijst van de inlichtingendienst van de regering-Park Geun-hye en werd hij actief gevolgd vanwege zijn maatschappelijk betrokken werk. Zijn film Bamseom Pirates Seoul Inferno uit 2017 werd o.a. vertoond op het International Film Festival Rotterdam (IFFR), wat ertoe leidde dat hij op een zwarte lijst van de voormalig Zuid-Koreaanse overheid terechtkwam. In 2018 pitchte hij zijn project LASH op het IDFA Forum.

Op 19 januari van dit jaar probeerde Jung Yoon-suk de rellen buiten de Rechtbank van het Westelijk District van Seoel vast te leggen, die plaatsvonden na de politieke onrust en tijdelijke staat van beleg eerder die winter. Ondanks het feit dat hij zij aan zij met andere journalisten documenteerde, werd Jung Yoon-suk eruit gepikt en gearresteerd samen met relschoppers. Zijn huidige rechtszaak, die plaatsvindt zonder verhoor of bewijs, beschuldigt hem van “inbraak en binnendringen van een speciaal gebouw”. Enkele van zijn opnames werden eerder dit jaar vertoond in de documentaire 12 Days of Civil War van de omroep JTBC.

Op 1 augustus veroordeelde de rechtbank van het Westelijk District van Seoul Jung Yoon-suk tot een gevangenisstraf van één jaar. Hij gaat in beroep bij het Hooggerechtshof. Hij schrijft: "De rechtbank oordeelde dat documentaire maken iets anders is dan journalistiek. Ze stelde dat ik een documentaire kon maken zonder zelf te filmen. Dit is een zeer vreemde uitspraak. Deze uitspraak toont een fundamenteel gebrek aan begrip van de rechtbank over documentairefilm en de aard van cinematografische kunst. Het vastleggen van de werkelijkheid zoals die is, staat centraal in mijn werk. Stellen dat ik dat ook op afstand zou kunnen doen, is een totaal verkeerde opvatting van de essentie van filmmaken."

Ondanks zijn verzoeken is hem een juryproces ontzegd, evenals de mogelijkheid tot hoger beroep. Zonder grondig onderzoek of verhoor zijn er zware strafrechtelijke aanklachten tegen hem ingediend, en wordt hij als een crimineel behandeld.

De ICFR steunt Jung Yoon-suk en sluit zich aan bij de Association of Korean Independent Film & Video (KIFV), het Busan International Film Festival (BIFF) en andere collega’s in Zuid-Korea in een dringende oproep aan de Koreaanse autoriteiten om alle aanklachten te laten vallen en Jung Yoon-suk onmiddellijk in veiligheid te brengen. We roepen onze filmcollega’s wereldwijd op om zich luid en duidelijk uit te spreken ter ondersteuning van Jung Yoon-suk; zoals hij eerder deze maand in zijn slotverklaring zelf zei: “In een democratische samenleving zijn kunstenaars de waakhonden van de geschiedenis (...) Voor een kunstenaar is expressie niet slechts een kwestie van vrijheid; het is een kwestie van mensenrechten, die onze waardigheid en rechten als mens garanderen.”

[Foto credits: Vera de Kok, tijdens IFFR 2017]