Deze Cubaanse brengt fraai in beeld dat film ontstaat op het snijvlak van licht en donker. Gehuld in de duisternis, begeleid door een sappige scheldkanonnade, wordt met een stukje karton en wat ijzerdraadjes provisorisch de elektriciteit hersteld aan boord van een goederentrein. De toon is gezet: het leven aan boord van deze trein is niet voor gevoelige geesten. Het is een mannelijke microkosmos die hier geobserveerd wordt, waar de conversatietoon luid en grof maar ook kameraadschappelijk is. Dat hier geen reguliere kantooruren worden gedraaid moge duidelijk zijn: terwijl de trein luidruchtig over de rails dendert, dwaalt de camera door de slaapvertrekken waar uitgerust wordt van een dienst. In een rommelige keuken wordt in een grote pan de lunch bereid. Soms komt de trein langdurig tot stilstand. Als de lading op zich laat wachten, is er veel tijd te doden. Met een spelletje domino kom je een eind, en over vrouwen valt er uitgebreid te praten, maar dan slaat de verveling ook wel toe. Het opvallend mooie camerawerk past zich onmiddellijk aan de omstandigheden aan, de dynamiek van de rijdende trein glijdt over in de landerigheid van het lange wachten, maar leeft ook weer op als ’s avonds opgewekt de eenzaamheid wordt bezongen.